Het was 1976 en op de tv zag ik Mick Jagger en The Rolling Stones op Schiphol aankomen.
De verslaggever vertelde dat het misschien wel de laatste keer was dat de Rolling Stones op tournee zouden gaan. Na hem hebben vele verslaggevers die zin herhaald.
Maar goed. Ik zag dus The Rolling Stones aankomen in Nederland. Ik had geen kaartje voor hun concert. Ze zouden in het ADO-stadion in het Zuiderpark gaan optreden.
Ik woonde en woon nog steeds in Den Haag. “Ga ik wel, ga ik niet”, vroeg ik mij af.
Op de dag van het concert zelf dacht ik, ik ga toch maar eens kijken. Ik pakte mijn fiets en fietste naar het stadion. Bij de ingang stond zo’n houten huisje waar een ‘portier’ in stond.
Hebt u nog een kaartje voor het concert, mijnheer, vroeg ik. “Natuurlijk jongeman, dat is dan 25 gulden.”
Ik naar binnen. Het was een van mijn eerste concerten. Een super goed concert. Geweldige sfeer, goed voorprogramma, Hells Angels die wat vervelend waren, de truc met een emmer water die Mick over de Keith wilde gooien met zijn elektrische gitaar, levensgevaarlijk. Er bleek slechts confetti in te zitten, Goeie grap.
Het concert zou mij altijd bij blijven.
De Stones zou ik later nog een stuk of 11 keer zien, steeds met het verhaal ‘het zou wel eens de laatste keer kunnen zijn’, onder andere ook op het Malieveld.
25 gulden, nu zo’n 12 euro. Het laatste concert, dit jaar, koste een kaartje 240!! Euro. Concertkaarten worden nu soms een jaar van te voren verkocht door de organisator.
Nu zomaar naar de Stones, of welke grote act dan ook, gaan op de dag zelf en terplekke een kaartje kopen tegen de kostprijs, dacht het niet. Op de dag van een concert zelf kan je alleen voor het stadion nog kaarten kopen op de zwarte markt.
Stones en Zuiderpark zijn voor mij altijd één gebleven.
Hans